Monday, March 9, 2009

Mijn Reisbrief No 42

upington-1000

Kuruman, Zuid-Afrika, Orivoor Gastehuis, Vrijdag 6 Maart 2009


Beste Vrienden en Vriendinnen,


Er is veel gebeurd de afgelopen week. Ik was Donderdag in Upington aangekomen. En nu ben ik alweer in Kuruman. Upington is het centrum van de Kalahari-woestijn, maar is inmiddels tevens bekend om zijn uitstekende wijn. Het geheim is dat aldaar de Oranjerivier stroomt van Oost naar West. De rivier komt via Botswana, en daar regent het behoorlijk veel. Stroomopwaarts is in de jaren 70 van de vorige eeuw een reusachtige stuwdam gebouwd, de Vanderkloofdam, en daarom heeft de Oranjerivier tegenwoordig een vrij constante stroom over het hele jaar. Eerder leed Upington, en de hele riviergeul, van jaarlijkse destructieve overstromingen en extreme droogte in het overgrote deel van het jaar. Dat is typisch voor een 'woestijnrivier', zijn korte levensduur. Al vóór de Vanderkloofdam had Upington een goede reputatie voor zijn rozijnen --zij claimen dat de oorspronkelijke Sultana's hiervandaan komen-- en voor andere droge vruchten. Maar de wijn was toen 'niet bijzonder'.

Toen de wijn van de Oranjerivier een tiental jaar geleden 'reputatie' kreeg, verwonderde mij dat. Hoe kan dat? Het was deze nieuwsgierigheid waardoor ik Upington in 2004 als mijn winterverblijf koos. Inderdaad, aan beide kanten van de rivier, tot op een afstand van hooguit 200 meter, wordt intensief geïrrigeerd. De rivier treedt ook niet meer [ál te erg] buiten zijn oevers dank zij de Vanderkloofdam. Ik zag er behalve wijngaarden ook mais, een watervreter onder de granen. Dat is kennelijk een aanvulling op het dieet van de schapen die buiten dat enge riviergebied op basis van vijf schapen per vierkante kilometer worden gefokt zoals ik de vorige keer schreef. Er zijn twee duidelijk onderscheiden soorten. Het ene is voor vlees, het andere voor wol.
kuruman-01

Maar in 2004, nadat ik dat wijn-mysterie had opgelost, werd mijn aandacht getrokken door een nóg interessanter probleem: Dat van de algemene waterschaarste. Traditioneel waren in Zuid-Afrika de eigenaren van de grond ook de eigenaren van het water in de ondergrond. Voor het rivierwater waren er bepaalde spelregels waardoor alleen de grondeigenaren die grensden aan het water de 'buit' mochten verdelen. Dat kwam er o.a. op neer dat de gemeente Upington het water voor zijn burgers moest kopen van de [groot]grondbezitters. Er waren alleen wetten die verdelingsconflicten regelden. Vooral toen in de laatste jaren krachtige waterpompen kwamen, en de energie relatief goedkoop werd, kon het ondergrondse water van de buurman 'gestolen' worden. Je kunt je voorstellen dat er een heel assortiment van technische en juridische problemen was, nog afgezien van kwade wil of ordinaire fraude.
kuruman-02

Maar, met het einde van de Apartheid in 1994, kwam een nieuwe Grondwet die bepaalde dat alle water, het ondergrondse, dat van de rivieren, en dat van de wolken, eigendom van De Gemeenschap was, en dat iedere gebruiker daarvoor --in principe-- moest betalen. Dat van dat water in de wolken werd in die tijd belangrijk omdat daarover helemaal geen wetgeving bestond, en het technisch mogelijk werd een wolk boven je terrein met bepaalde granaten, of met bestrooiing vanuit een vliegtuig, te dwingen tot een 'stortbui'. Het probleem van de steden en dorpen kwam tot een oplossing omdat in de Grondwet was bepaald dat per hoofd van de bevolking een bepaalde hoeveelheid voor consumptie, bewassing en [volks]tuinverzorging gratis ter beschikking werd gesteld.

Deze rigoureuze koerswijzing werd in het algemeen positief opgevat want het loste ook enkele andere problemen op. De mijnen bijvoorbeeld, grote waterzuipers en -vervuilers, begonnen het van de rivier afgetapte water opnieuw te gebruiken na reiniging op eigen terrein. Enzovoorts. In de regio van Upington zag ik weer andere problemen. Een schapenfokker die vroeger zijn schapen kon drenken aan de bron op zijn terrein moest nu voor het water betalen, en de waarde van de grond onderging forse veranderingen, want die werd sterk bepaald door het beschikbare water, van de rivier of van bronnen.

Gedurende mijn tijd in Upington in 2004 was de invoering van die Grondwet in volle gang, want allerlei bijkomende wetten waren intussen gereed. Ik had toen goed contact met de regionale nederzetting van het Ministerie van Land- en Bosbouw. Zij lieten mij de praktische problemen zien, en nodigden mij uit op excursies in de irrigatiesystemen langs de rivier. Dat alles ging mij door het hoofd gedurende mijn vijf dagen in Upington. Ik schreef er toentertijd over in Mijn Dagboek.

Ik woonde in dezelfde B&B De Bult, bij Johan en Annalise. Zie bovenste rij foto's. Donderdagmorgen vertrok ik vroeg naar Kuruman, de laatste 260km, met een introductie op zak van Johan en Annalise voor hun vrienden Jan en Annerie. Annelise leende mij ook haar grote Afrikaans-Engelse 'Woordeboek'. Op de foto ligt dat naast het 'kleintje' wat ik zelf had aangeschaft, maar wat veel te beperkt was.

Hier in Kuruman 'resideer' ik nu als enige bewoner in het gastenhuis in hun grote prachtige tuin. Een waar El Dorado, zoals je op de foto's kunt zien. Gistermiddag metéén al, werd ik verrast door een 'zeer forse' maar korte regenbui. Je ziet dat op een van de foto's. Dat is ook typische voor een woestijn: Korte hevige buien, alsof een wolk opeens helemaal leegloopt. Vaak ook destructief. De volgende keer vertel ik van Kuruman.


Tot de volgende keer .... Hartelijke groet, Gérard


_____________________________


Alle foto's van Zuid Afrika op schermformaat: http://www.flickr.com/photos/weltbummler/sets/72157613558185607/

Een collage van bovenstaande 16 1000x1000 px: http://farm4.static.flickr.com/3617/3332419355_93261f24b8_o.jpg

De oudere reisbrieven staan op http://mijnreisbrief.blogspot.com/. Deze binnenkort ook.
kuruman-03

No comments: